15 – kanaalcodering
voorlopige
een kanaal is een abstract model dat beschrijft hoe de ontvangen (of opgevraagde) gegevens in verband worden gebracht met de verzonden (of opgeslagen) gegevens. Channel coding begint met Claude Shannon ‘ s wiskundige theorie van communicatie.
foutdetectie / correctiecodering
kanaalcodering kan foutdetectie codering of foutcorrectie codering zijn. Wanneer slechts de codage van de foutenopsporing wordt gebruikt, kan de ontvanger een transmissie Verzoeken herhalen, en deze techniek is genoemd geworden Automatisch herhaalverzoek (ARQ). Dit vereist tweerichtingscommunicatie. Een ARQ-systeem vereist een code met een goede foutdetectiecapaciteit, zodat de kans op een niet-gedetecteerde fout zeer klein is.
Forward error correction (FEC) codering maakt het mogelijk fouten te corrigeren op basis van de ontvangen informatie, en het is belangrijker voor het bereiken van zeer betrouwbare communicatie met snelheden die de kanaalcapaciteit benaderen. Bij turbocodering komt bijvoorbeeld een niet-gecodeerde BER van 10-3 overeen met een gecodeerde BER van 10-6 na turbocodering. Voor toepassingen die gebruik maken van simplex (one-way) kanalen, FEC codering moet worden ondersteund, omdat de ontvanger fouten moet detecteren en corrigeren, en er geen reverse channel beschikbaar is voor verzoeken om doorgifte.
een andere methode waarbij foutdetectiecodering wordt gebruikt, is het verbergen van fouten. Deze methode verwerkt gegevens zodanig dat het effect van fouten wordt geminimaliseerd. Het verbergen van fouten is vooral handig voor toepassingen die gegevens bevatten voor subjectieve waardering, zoals spraak, muziek, beeld en video. Verlies van een deel van de gegevens is aanvaardbaar, omdat er nog steeds een aantal inherente redundantie in de gegevens.