Bulletin of the Atomic Scientists
compenserende mutaties zijn mutaties die een verlies van geschiktheid als gevolg van eerdere mutaties corrigeren. In sommige gevallen brengen dergelijke mutaties hun eigen fitnesskosten met zich mee, maar vaak doen ze dat niet. Zelfs als ze dat doen, is het irrelevant voor de kracht van mutatie en selectie om nieuwheid te produceren.
Evolution-claims verkennen:
de effectiviteit van de tweede mutatie is een tijdelijke aanbieding, een coupon alleen goed voor de exacte omgeving waarin het werd uitgegeven. Als de temperatuur in de omgeving verandert,* of als het zoutgehalte verandert, komen er nieuwe fitnesskosten aan het licht. De compenserende mutatie “codeert nu voor” een eiwit dat niet goed vouwt onder de nieuwe omstandigheden. En als het niet goed vouwt, werkt het niet goed. Of misschien werkt het helemaal niet.
* dit gebeurt wanneer uw lichaam “een temperatuur heeft” wanneer u verkouden bent. Je lichaam verandert de temperatuur van de omgeving en probeert het minder gastvrij te maken voor de binnenvallende bacteriën of virussen.
Explore Evolution, p. 108-109
in tegenstelling tot de beweringen van Explore Evolution hebben veel compenserende mutaties geen verborgen fitnesskosten. Hun “voorbeeld” is een bacterie die een compenserende mutatie heeft die het temperatuurgevoeliger maakt, en daarom niet in staat is om de verhoogde temperatuur die bij dieren wordt gezien als ze koorts hebben, aan te kunnen. Dit lijkt een denkbeeldig voorbeeld te zijn, en de compenserende mutaties die bij Staphylococcus aureus worden waargenomen, stellen hen in staat om muizen even gemakkelijk, zo niet gemakkelijker, te infecteren dan het wilde type.
maar zelfs als er verborgen fitnesskosten waren, is het belangrijkste probleem dat de mutant fitter is in de veranderde omgeving. Het maakt niet uit of de mutant minder in de wild type omgeving is, tenzij het wordt teruggebracht naar die voorouderlijke omgeving. Pinguïns en ijsberen zijn fitter dan gewone zeevogels en bruine beren in poolgebieden, maar ongeschikt in gematigde en tropische gebieden. Dit betekent nauwelijks dat polaire soorten minder fit zijn dan hun voorouders in meer gematigde gebieden.
een op onderzoek gebaseerd leerboek zou gemakkelijk een echt voorbeeld uit de wetenschappelijke literatuur kunnen geven, en studenten aanmoedigen om te voorspellen hoe compenserende mutaties het vermogen van een soort om zich aan andere omgevingen aan te passen zouden beïnvloeden. In plaats daarvan, het presenteert een verzonnen voorbeeld met te weinig detail voor studenten of een leraar om te oefenen inquiry-based learning.