Cognitieve dimensies van notaties

Thomas Green oorspronkelijk gedefinieerd 14 cognitieve dimensies:

Abstractiegradiënt Wat zijn de minimale en maximale niveaus van abstractie die door de notatie worden blootgelegd? Kunnen details worden ingekapseld? Hoe nauw correspondeert de notatie met de probleemwereld? Consistentie nadat een deel van de notatie is geleerd, hoeveel van de rest kan met succes worden geraden? Diffuseness / terseness hoeveel symbolen of hoeveel ruimte heeft de notatie nodig om een bepaald resultaat te produceren of een Betekenis uit te drukken? In hoeverre heeft de notatie invloed op de kans dat de gebruiker een fout maakt? Harde mentale operaties hoeveel harde mentale verwerking ligt er op het notationele niveau, in plaats van op het semantische niveau? Zijn er plaatsen waar de gebruiker zijn toevlucht moet nemen tot vingers of potlood annotatie om bij te houden wat er gebeurt? Verborgen afhankelijkheden zijn afhankelijkheden tussen entiteiten in de notatie zichtbaar of verborgen? Wordt elke afhankelijkheid in beide richtingen aangegeven? Leidt een verandering in één gebied van de notatie tot onverwachte gevolgen? Juxtaposability kunnen verschillende delen van de notatie tegelijkertijd naast elkaar worden vergeleken? Zijn er sterke beperkingen op de volgorde waarin de gebruiker de taken om het systeem te gebruiken moet voltooien? Moeten er beslissingen worden genomen voordat alle noodzakelijke informatie beschikbaar is? Kunnen die beslissingen later worden teruggedraaid of gecorrigeerd? Progressive evaluation hoe eenvoudig is het om feedback over een onvolledige oplossing te evalueren en te verkrijgen? Rol-expressiviteit hoe duidelijk is de rol van elke component van de notatie in de oplossing als geheel? Secundaire notatie en ontsnappen aan formalisme kan de notatie extra informatie bevatten door middel van middelen die geen verband houden met syntaxis, zoals lay-out, kleur of andere aanwijzingen? Viscositeit zijn er inherente barrières voor verandering in de notatie? Hoeveel inspanning is nodig om een wijziging aan te brengen in een programma uitgedrukt in de notatie? Deze dimensie kan verder worden ingedeeld in de volgende types:

  • “Domino-viscositeit”: een verandering in de code schendt interne beperkingen in het programma, waarvan de resolutie mogelijk andere interne beperkingen schendt.
  • ‘Herhalingsviscositeit’ : een enkele actie binnen het conceptuele model van de gebruiker vereist veel, repetitieve apparaatacties.
  • “viscositeit van het toepassingsgebied”: een verandering in de grootte van de invoergegevensreeks vereist wijzigingen in de programmastructuur zelf.

zichtbaarheid hoe gemakkelijk kunnen vereiste delen van de notatie worden geïdentificeerd, benaderd en zichtbaar gemaakt?

andere dimensies

naast het bovenstaande worden soms nieuwe dimensies voorgesteld op het gebied van HCI-onderzoek, met verschillende niveaus van goedkeuring en verfijning.

dergelijke kandidaat-dimensies omvatten creatieve ambiguïteit (stimuleert de notatie het interpreteren van verschillende betekenissen van hetzelfde element?), indexeren (zijn er elementen om het vinden van een specifiek onderdeel te begeleiden?), synopsis (“Gestalt view” van de hele geannoteerde structuur) of oneffenheden (sommige scheppingspaden zijn makkelijker dan andere, die de uitgedrukte ideeën in een ontwikkeld artefact vertekenen).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.