Cognitieve theorie van Multimedia leren (Mayer)

Samenvatting: een cognitieve theorie van multimedia leren gebaseerd op drie belangrijke veronderstellingen: er zijn twee afzonderlijke kanalen (auditief en visueel) voor het verwerken van informatie; Er is beperkte kanaalcapaciteit; en dat leren is een actief proces van filteren, selecteren, organiseren en integreren van informatie.

Originator: Richard Mayer (1947-)

belangrijkste termen: dual-channel, limited capacity, sensory, working, long-term memory

Cognitive Theory of Multimedia Learning (Mayer)

het zogenaamde “multimediaprincipe” stelt dat “mensen dieper leren van woorden en beelden dan van woorden alleen” (blz. 47). Het toevoegen van woorden aan afbeeldingen is echter geen effectieve manier om multimedia te leren. Het doel is om media te onderwijzen in het licht van hoe de menselijke geest werkt. Dit is de basis voor Mayer ‘ s cognitieve theorie van multimedia leren. Deze theorie stelt drie belangrijke aannames voor als het gaat om leren met multimedia:

  1. er zijn twee afzonderlijke kanalen (auditief en visueel) voor het verwerken van informatie (soms aangeduid als Dual-Coding theorie);
  2. elk kanaal heeft een beperkte (eindige) capaciteit (vergelijkbaar met Sweller ‘ s notie van cognitieve belasting);
  3. leren is een actief proces van filteren, selecteren, organiseren en integreren van informatie op basis van voorkennis.

mensen kunnen slechts een eindige hoeveelheid informatie in een kanaal tegelijk verwerken, en ze begrijpen inkomende informatie door actief mentale representaties te creëren. Mayer bespreekt ook de rol van drie geheugenopslagplaatsen: sensory (dat prikkels ontvangt en voor een zeer korte tijd opslaat), working (waar we actief informatie verwerken om mentale constructies (of ‘schema’) te creëren, en long-term (de bewaarplaats van alle dingen die geleerd zijn). Mayer ‘ s cognitieve theorie van multimedia learning presenteert het idee dat de hersenen een multimediale presentatie van woorden, afbeeldingen en auditieve informatie niet interpreteren op een elkaar uitsluitende manier; in plaats daarvan worden deze elementen dynamisch geselecteerd en georganiseerd om logische mentale constructies te produceren. Verder onderstreept Mayer het belang van leren (gebaseerd op het testen van inhoud en het aantonen van de succesvolle overdracht van kennis) wanneer nieuwe informatie wordt geïntegreerd met voorkennis.

ontwerpprincipes, waaronder het verstrekken van coherente verbale, picturale informatie, het begeleiden van de leerlingen om relevante woorden en beelden te selecteren, en het verminderen van de belasting voor een enkel verwerkingskanaal, enz. kan worden opgenomen uit deze theorie.

voor meer informatie, zie de volgende aanbevolen bronnen:

Richard Mayer ‘ s book: Multimedia Learning

the Cambridge Handbook of Multimedia Learning (Cambridge Handbooks in Psychology))

  1. Mayer, R. E. (2009). Multimedia Leren. Cambridge University Press.
  2. Mayer, R. E. (2002). Multimedia leren. Psychologie van leren en motivatie, 41, 85-139.
  3. Mayer, R. E. (1997). Multimedia learning: stellen we de juiste vragen?.Onderwijspsycholoog, 32(1), 1-19.
  4. Mayer, R. E., & Moreno, R. (2003). Negen manieren om cognitieve belasting in multimedia leren te verminderen. Onderwijspsycholoog, 38 (1), 43-52.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.