de Columbian Exchange was evenwichtiger als het ging om gewassen. Onder de Amerikaanse gewassen geïntroduceerd op andere continenten waren nietjes zoals maïs( maïs), aardappelen, cassave, en zoete aardappelen. Ze omvatten ook tomaten, pinda ‘s (aardnoten), pompoenen, squashes, ananassen, chilipepers, avocado’ s, vanille en cacao (waarvan chocolade wordt gemaakt). Tabak, misschien wel ‘s werelds meest economisch belangrijke drug plant, is ook inheems in de Amerika’ s.
sommige van deze gewassen hadden revolutionaire gevolgen in Afrika en Eurazië. Maïs, bijvoorbeeld, hielp verminderen hongersnood in delen van China en Europa, omdat het groeide op plaatsen ongeschikt voor andere gewassen. Het diende ook als veevoer. Maïs is droogte resistent, waardoor het vooral gunstig in Afrikaanse regio ‘ s met onbetrouwbare regenval. Daarnaast is maïs minder kans om te bederven en kan worden gemalen tot maïsmeel. In de 17e eeuw ontwikkelde het Koninkrijk Asante, gecentreerd in het hedendaagse Ghana, bevoorradingssystemen om maïsmeel te transporteren voor het voeden van legers op campagne. Slavenhandelaren gebruikten ook maïs om gevangen slaven te voeden.