complexe lipiden
complexe lipiden
volgens de gekozen classificatie bevatten ze vaak drie of meer chemische identiteiten (namelijk glycerol, vetzuren en suiker, één lange keten base, één nucleoside, één vetzuur en één fosfaatgroep…) en hebben ze polaire eigenschappen. Sommige bevatten slechts twee componenten, maar met een suikerdeel.
deze belangrijke lipiden zijn wijd verspreid in planten, bacteriën en dieren. Zij zijn de belangrijkste bestanddelen van celmembranen, maar worden ook gevonden in circulerende vloeistoffen. Ze bevatten vaak drie of meer chemische identiteiten (glycerol, vetzuren en suiker, een lange keten base, een vetzuur, een fosfaatgroep en een nucleoside groep…) en hebben polaire eigenschappen. Sommige bevatten slechts twee componenten, maar met een suikerdeel.
zij kunnen in vier hoofdgroepen worden ingedeeld:
1 – lipiden met een fosfaatresidu, één glycerol, een aminoalcoholgehalte of een vetalcoholgehalte, en met één of twee vetketens (bij uitzondering één inositolgroep, twee fosfaten of vier vetketens):
FOSFOLIPIDEN
2 – Lipiden met een glycosidic groep met een glycerol of een aminoalcohol en met vette keten(s) (met soms een of meer fosfaatgroepen):
GLYCOLIPIDEN
3 – Vetten zonder fosfaat groep en met een aminozuur gekoppeld aan lange-keten alcohol en zuren:
LIPOAMINO ZUREN
4 – Lipiden met een nucleobase, of een nucleoside-of een nucleotide of een oligo:
NUCLEOLIPIDS