Grondstoffenvaluta
vanwege de aard van grondstoffenvaluta ‘ s die aan grondstoffen zijn gekoppeld, kan het zowel voordelig als problematisch zijn voor het land. Hoewel dalende of stijgende export in elk land respectievelijk tot deflatie of inflatie zal leiden, zijn de gevolgen ernstiger in landen met grondstoffenvaluta ‘s, omdat hun valuta’ s zo sterk verbonden zijn met een aantal grondstoffen.
Positivedit
volgens een studie van 2009 over grondstoffenvaluta met de titel ” Can Exchange Rates Forecast Commodity Prices?”door Yu-chin Chen, Kenneth Rogoff en Barbara Rossi kunnen wisselkoersen van grondstoffenvaluta’ s toekomstige wereldwijde grondstoffenprijzen voorspellen. Dit is enorm gunstig voor economen en beleidsmakers die een betrouwbare meting van toekomstige grondstoffenprijzen willen.
een valuta die van nature gebonden is aan de belangrijkste grondstoffen van een land kan voordelig zijn als de mondiale vraag naar een grondstof toeneemt, wat natuurlijk de waarde van de valuta versterkt. Zoals te zien in Figuur 1, als de vraag naar een grondstof verschuift (hogere vraag) de prijs stijgt naar p’. Deze toegenomen vraag zal waarschijnlijk ook het BBP doen stijgen, aangezien er meer uitvoer plaatsvindt, zoals blijkt uit de onderstaande vergelijking voor het BBP.
- BBP = C + G + I + Nx
- C = consumptie
- G= overheidsuitgaven
- I = investeringen
- Nx = de netto-uitvoer = uitvoer − invoer
Als de export toenemen als gevolg van een hogere vraag, het BBP zal ook aanzienlijk hoger zijn als dit land is sterk afhankelijk van deze grondstof, wat leidt tot hogere prijzen veroorzaken van inflatie (aangegeven in Figuur 2 is de stijging van het prijspeil). Afhankelijk van de vraag of de inflatie economisch voordelig is, kan dit positief zijn (zie inflatie).
het is belangrijk op te merken dat landen met grondstoffenvaluta ‘ s profiteren van een hogere vraag, maar landen die deze grondstof invoeren, geconfronteerd worden met het tegenovergestelde effect.
Negatievedit
aan de andere kant kan een valuta die is gekoppeld aan de belangrijkste grondstoffen van een land problematisch zijn, aangezien een afname van de vraag naar een specifieke grondstof een enorme tol kan eisen van de valuta van het land, wat leidt tot deflatie.
zoals blijkt uit Figuur 3, als de vraag naar een grondstof verschuift in (minder vraag) neemt de hoeveelheid af tot q’. Deze afgenomen vraag zal waarschijnlijk het BBP doen dalen, aangezien er minder export plaatsvindt, zoals blijkt uit de onderstaande vergelijking voor het BBP.
- BBP = C + G + I + Nx
- C = consumptie
- G = overheidsuitgaven
- I = investeringen
- Nx = de netto-uitvoer = uitvoer − invoer
Vergelijkbaar met de redenering in de vorige paragraaf, zoals te zien in Figuur 4, een daling van het BBP leidt tot deflatie. Dit kan negatieve of positieve effecten hebben, afhankelijk van de vraag of de valuta van het land werd overgewaardeerd of ondergewaardeerd. Deflatie kan op lange termijn positief of negatief zijn zoals voorgesteld door de effectensectie van het deflatieartikel.
het is belangrijk op te merken dat landen met een grondstoffenvaluta profiteren van een hogere vraag naar een grondstof, maar landen die deze grondstof invoeren, geconfronteerd worden met het tegenovergestelde effect.