hoofdstuk 3 verdichting van Sediment en sedimentgesteente, en de gevolgen
(1)
verdichting is een diagenetisch proces dat begint bij de begraving en kan worden voortgezet tijdens de begraving tot een diepte van 9 km (30.000 ft) of meer. Verdichting verhoogt de bulk dichtheid van een rots, vergroot zijn competentie, en vermindert porositeit.
(2)
zand compact met relatief weinig verlies van porositeit of permeabiliteit, maar andere diagenetische processen kunnen de porositeit en permeabiliteit met authigene mineralen in de porieruimten aanzienlijk verminderen.
Mudstones compact met ernstig en permanent verlies van porositeit en permeabiliteit.
carbonaten compact in verschillende mate, afhankelijk van de hoeveelheid kunststof. De meeste lijken te compact door oplossingsprocessen in plaats van door mechanische verdichting.
(3)
verdichting kan alleen plaatsvinden door compressie en uitzetting van een evenredig deel van de porievloeistoffen, die zich verplaatsen naar posities met kleinere energie. Als mudstones worden afgewisseld met meer doorlaatbare bedden, stoten de meer verdichtbare mudstones vloeistoffen zowel naar boven als naar beneden naar de meer doorlaatbare bedden. De neerwaartse energiegradiënt in het onderste deel van de mudstone maakt de mudstone een perfecte barrière voor de opwaartse migratie van vloeistoffen. Laterale migratie vindt plaats in de relatief doorlaatbare, tussenliggende bedden.
(4)
de Porievloeistofdruk in mudstones kan niet worden gemeten, maar ze worden geacht groter te zijn dan de normale hydrostatische druk in een verdichtende mudstones, omdat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor de stroming. In een dikke mudstone geladen sneller dan de overeenkomstige snelheid waarmee de vloeistoffen kunnen worden uitgestoten, wordt verdichting vertraagd en de mudstone behoudt de mechanische eigenschappen die het had op ondiepe diepte; en de poriedrukken worden dienovereenkomstig verhoogd boven de normale hydrostatische. De porievloeistoffen dragen een deel van de overbelasting.
