Machtigingen te Voeren Beperkt Vuurwapens en Bepaalde Pistolen Regelgeving (SOR/98-207)

Overwegende dat krachtens artikel 118 van de Vuurwapens ActFootnote een, van de Minister van Justitie een afschrift van de voorgestelde Machtigingen te Voeren Beperkt Vuurwapens en Bepaalde Pistolen Regelgeving, aanzienlijk in de bijgevoegde formulier voorgelegd aan elk Huis van het Parlement op 27 November 1996, waarvan de datum is ten minste 30 zitten dagen vóór de datum van deze beschikking;Daarom stelt Zijne Excellentie de Gouverneur-Generaal in de Raad, op aanbeveling van de Minister van Justitie, overeenkomstig artikel 117 van de Vuurwapenacta, hierbij de bijgevoegde Machtigingen voor het dragen van beperkte vuurwapens en bepaalde handwapens verordeningen.

  • terug naar voetnoot.C. 1995, c. 39

interpretatie

1 de definities in dit deel zijn van toepassing in deze verordeningen.

wet

wet betekent de Vuurwapenwet. (Loi)

holster

holster: een holster die aan een gordel kan worden gedragen of aan een lichaam kan worden bevestigd en die is uitgerust met een bevestigingsinrichting waarmee een vuurwapen veilig kan worden vastgehouden. (étui)

verboden handwapen

verboden handwapen betekent een pistool onder paragraaf(a) van de definitie verboden vuurwapen in subsectie 84 (1) van het wetboek van Strafrecht. (arme de poing prohibée)

  • SOR / 2004-267, s. 1

DEEL 1Circumstances Waarin een Individuele Behoeften Beperkt Vuurwapens of Verboden Pistolen voor de toepassing van artikel 20 van de Wet

Bescherming van het Leven

2 Voor de toepassing van artikel 20 van de Wet, de omstandigheden waarin een individuele behoeften beperkt vuurwapens of verboden pistolen tot bescherming van het leven van dat individu of van andere personen zijn waar

  • (a) het leven van die persoon, of andere personen, in onmiddellijk dreigend gevaar van één of meer andere personen;

  • (b) politiebescherming in de gegeven omstandigheden niet voldoende is; en

  • (c) het bezit van een beperkt vuurwapen of verboden handwapen kan redelijkerwijs worden gerechtvaardigd om de persoon of andere personen te beschermen tegen dood of zwaar lichamelijk letsel.

wettig beroep of beroep

3 voor de toepassing van artikel 20 van de wet zijn de omstandigheden waarin een persoon beperkte vuurwapens of verboden handwapens nodig heeft voor gebruik in verband met zijn of haar wettige beroep of beroep, wanneer

  • (a) de hoofdactiviteit van de persoon is het hanteren, vervoeren of beschermen van contanten, verhandelbare instrumenten of andere goederen van aanzienlijke waarde, en vuurwapens zijn vereist om zijn of haar leven of het leven van andere personen in de loop van die periode te beschermen hantering, vervoer of bescherming;

  • (b) het individu in een afgelegen wildernis werkt en vuurwapens vereist zijn om het leven van dat individu of van andere individuen tegen wilde dieren te beschermen; of

  • (c) het individu is betrokken bij het beroep van vallen in een provincie en is bevoegd of bevoegd en opgeleid zoals vereist door de wetten van de provincie.

DEEL 2Authorizations te Dragen

Uitgifte

4 Een chief vuurwapens functionaris geen probleem om een individuele vergunning voor het dragen van een bijzonder beperkt vuurwapen of verboden wapens die nodig zijn in de omstandigheden beschreven in hoofdstuk 2 of lid 3, onder a), tenzij de chief vuurwapens officer bepaalt dat

  • (a) het individu heeft met succes een opleiding voltooid in vuurwapens vaardigheid en het gebruik van geweld die geschikt is voor het gebruik van het vuurwapen in die omstandigheden; en

  • (b) het vuurwapen in die omstandigheden geschikt is.

  • SOR / 2004-267, s. 2

4.1 Voor de toepassing van onderafdeling 67, lid 1, van de wet, de wijze waarop een vergunning tot vervoer wordt verlengd op dezelfde wijze als de wijze waarop zij kan worden afgegeven.

  • SOR / 2004-267, s. 2

aantal vuurwapens

5 een vergunning voor het meenemen kan het bezit van een of meer aan beperkingen onderworpen vuurwapens of verboden handwapens toestaan voor de toepassing van artikel 20 van de wet.

Voorwaarden

6 een hoofd van de vuurwapenofficier die een vergunning voor het vervoer afgeeft, voegt daaraan de volgende voorwaarden toe::

  • ( a) indien de persoon gemachtigd is om meer dan één beperkt vuurwapen of verboden handwapen te bezitten voor de toepassing van artikel 20 van de wet, dat de persoon niet meer dan één van hen tegelijk draagt;

  • (b) dat de beperkte vuurwapen of verboden wapens worden gedragen in een holster;

  • (c) indien de individuele behoeften voor het doel van een rechtmatige uitoefening van een beroep of beroep, dat de individuele kennis van de chief vuurwapen officer als het individu niet langer in dienst van of werkzaam in de rechtmatige uitoefening van een beroep of beroep of wijzigingen werkgevers; en

  • (d) indien de individuele vereist voor de doeleinden die worden beschreven in lid 3, onder a), dat het individu een uniform dragen.

Herroeping

  • 7 (1) Een chief vuurwapens officier, die een individuele toestemming te voeren zal intrekken als

    • (a) de individuele vergunning te bezitten een van de vuurwapens bedoeld in de vergunning is ingetrokken of tot de houdbaarheidsdatum; of

    • (b) de chief vuurwapens officer wordt zich ervan bewust dat op de individuele fysieke of mentale toestand is verslechterd in een mate die invloed kunnen hebben op de veiligheid van het individu of van een andere persoon.

  • (2) een hoofd van de vuurwapens die een persoon een vergunning verleent voor het verrichten van een wettig beroep of beroep, trekt deze in indien de betrokkene zijn arbeid in dienst of zijn uitoefening van het wettig beroep of beroep beëindigt.

kennisgeving van weigering of intrekking

  • 8 (1) Indien een hoofd vuurwapens besluit de afgifte van een vergunning tot vervoer te weigeren of een vergunning tot vervoer in te trekken, stelt de hoofd vuurwapens de aanvrager of houder van de vergunning tot vervoer in kennis van dit besluit.

  • (2) De aankondiging moet de redenen voor de beslissing bevatten.

  • (3) een hoofd vuurwapens behoeft geen informatie openbaar te maken waarvan de openbaarmaking de veiligheid van een persoon in gevaar zou kunnen brengen.

  • 9 (1) Een kennisgeving van een besluit tot weigering van een vergunning voor het dragen in voldoende mate gegeven, indien de kennisgeving wordt gericht aan de aanvrager van de vergunning te voeren op het adres dat is vermeld in de aanvraag voor de vergunning of, indien de persoon geadviseerd de chief vuurwapens officer van een wijziging van dat adres, op het nieuwe adres, en het is

    • (a) verzonden via e-mail; of

    • (b) verzonden via elektronische middelen die kunnen produceren van een papieren dossier.

  • (2) Een kennisgeving van een besluit tot het intrekken van een vergunning voor het dragen in voldoende mate gegeven, indien de kennisgeving is gericht tot de houder van de vergunning, op het adres dat is vermeld in de aanvraag voor de vergunning of, indien de persoon geadviseerd de chief vuurwapens officer van een wijziging van dat adres, op het nieuwe adres, en de vermelding is

    • (a) persoonlijk afgeleverd, die op dat moment in de omstandigheden redelijk is;

    • (b) verzonden per aangetekende post of per koerier; of

    • (c) verzonden met elektronische middelen die een papieren record kunnen produceren.

  • (3) De kennisgeving wordt geacht te zijn ontvangen,

    • ( a) op de dag van levering, indien persoonlijk afgeleverd;

    • (b) op de vijfde werkdag, behalve op zaterdag en feestdagen, na

      • (i) de datum poststempel, als het is verzonden per e-mail, en

      • (ii) de datum van verzending op de vrachtbrief, als het wordt verstuurd per koerier; en

    • (c) op de dag van verzending, indien deze langs elektronische weg wordt verzonden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.