Prediction of chorionicity in twin pregnancies at 10-14 weeks of dracht
Objective to examinate the accuracy of sonographic determination of chorionicity in twin pregnancies at 10-14 weeks of dracht.
ontwerp prospectieve studie naar de sonografische voorspelling van chorioniciteit na 10-14 weken zwangerschap.
deelnemers gedurende een periode van 30 maanden, van oktober 1997 tot mei 2000, bezochten 165 vrouwen de afdelingen foetale geneeskunde of echografie.
methoden de echografische criteria die bij de diagnose van chorioniciteit werden gebruikt, waren het aantal placentaplaatsen, de lambda (λ)‐en T-tekenen en de dikte van het Inter-tweelingmembraan. De diagnose van chorioniciteit werd gesteld op het moment van het echografisch onderzoek met behulp van al deze kenmerken en vervolgens vergeleken met de postnatale diagnose, bevestigd door placenta histologie of discordantie in het geslacht van zuigelingen.
resulteert in 150 gevallen met bevestiging van chorioniciteit na de bevalling, werden 116 postnataal geclassificeerd als dichorionisch en 34 monochorionisch. Prenatale echografie onderzoek correct geïdentificeerd chorioniciteit in 149 (99,3%) gevallen. De betrouwbaarste indicator voor dichorioniciteit was een combinatie waarbij gebruik werd gemaakt van het λ-teken of twee afzonderlijke placentae met een gevoeligheid en specificiteit van respectievelijk 97,4% en 100%. De meest bruikbare test voor het voorspellen van monochorioniciteit was het t-teken met een gevoeligheid van 100% en een specificiteit van 98,2%. Meting van de inter‐twin membraandikte was een minder betrouwbare indicator waar de gevoeligheid voor dichorioniciteit en specificiteit voor monochorioniciteit slechts 92,6% bedroeg.
conclusies ultrasoon onderzoek van tweelingzwangerschappen na 10-14 weken zwangerschap voorspelt chorioniciteit met een hoge mate van nauwkeurigheid met behulp van een combinatie van het aantal placentae, λ en T tekenen en inter‐tweelingmembraan dikte. Alle ziekenhuizen moeten afdelingen die ultrasone diensten verlenen aanmoedigen om chorioniciteitsbepaling uit te voeren bij het onderzoeken van vrouwen met een tweelingzwangerschap tijdens deze dracht.