Taal in Cuba

ontdek wat de officiële taal is en de andere talen die in Cuba worden gebruikt en de bijzonderheden ervan

 talen

de officiële taal van de Republiek Cuba is Spaans en, gezien het hoge opleidingsniveau van de bevolking, het juiste gebruik van de taal, met een brede woordenschat vol cubanisme.

een groot deel van de bevolking spreekt ook Engels, en in de toeristische sector spreken werknemers ook vaak Duits, Frans, Italiaans en Russisch.

in Cuba werd de Spaanse taal verrijkt door de taal van de Taíno-indianen, die de archipel voor de komst van de Spanjaarden bewoonden, waardoor woorden als vleermuis, hut, kano, carey, hangmat, tabak enz.achterbleven

houd er rekening mee dat er woorden zijn die een andere betekenis hebben dan de gebruikelijke in Spanje en andere Spaanstalige landen; sommige van deze woorden hebben betekenissen onverwacht, die in sommige gevallen het raadzaam is te kennen en/of te vermijden. Bijvoorbeeld, het woord” papaja”, in Spanje en andere landen is een vrucht, terwijl in Cuba het verwijst naar de vrouwelijke geslachtsdelen. In Cuba staat deze vrucht bekend als”Bomfruit”.

aan de andere kant kan de uitdrukking “vale”, die in Spanje meestal als slogan wordt gebruikt, zeer scherp zijn voor de Cubaan, omdat het in Cuba iets betekent als “basta ya”, dus het is beter om het te vermijden.

hieronder vindt u een woordenlijst van Cubaanse termen die u nuttig zult vinden bij het communiceren:

auto: Auto, Auto.

Car: Trailer.

Machine: Amerikaanse auto ‘ s uit de jaren 50.

Bus: Bus.

Driver: elke persoon die rijdt.

fles maken: liften.

Knop: Fles.

Piquera: Stop.

Junction: Junction.

Ochovía: Snelweg.

parkeren: Parkeren, parkeren.

Rubbers: wielen van auto ‘ s.

roer: stuurwiel van een auto.

Galicisch: Spaans.

Pepes: Buitenlanders.

gedumpt worden: gedumpt worden.

Map: Ontvangst.

Vaucher: Vermelding.

Fula: Dollar.

innemen: drinken.

vogel/ vogel: Gay.

Slipjes: Badpak.

Cholo: Lange Broek.

Bohio: cottage met palmbladeren.

Fajarse: passeren, boos worden, vechten, ruziën.

Guajiro: Peasant.

Jinetera: Prostituee.

Jinetero: toeristische stalkers die geld krijgen via picaresque.

bal: bal, roddel, gerucht.

Bal: Honkbal.

Batterij: Aftappen.

Batterijen: Batterijen.

Paladar: Catering (vaak in de woonkamer).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.