the coastal migration theory: Formulation and testable hypotheses
de aanwezigheid van goed gedocumenteerde sites in de Amerika ‘s vóór en ten zuiden van de opening van een ijsvrije corridor in de Noord-Amerikaanse ijskappen geeft geloof aan een Pacific coastal migration theory (CMT) die de route voor de eerste bevolking van de Amerika’ s verklaart. Deze theorie is al meer dan 50 jaar informeel besproken, maar is tot voor kort grotendeels genegeerd en nooit goed gedefinieerd als gevolg. We geven een formele definitie van de CMT die, kort gezegd, is dat de bovenste Paleolithische populaties verplaatst van Azië naar kustgebieden langs de noordwestelijke Pacifische rand tussen ∼45-30 ka. Door ∼30 ka deze kustpopulaties ontwikkelde een gemengde maritieme, nearshore, en terrestrische aanpassing met behulp van boten, schelpvishaken voor diepwatervisserij, en een stemmingspunt en macroblade kerntechnologie. Ongeveer 25-24 ka een subset van deze kustpopulaties werd geïsoleerd ergens in de buurt van de regio Japan/Paleo-Hokkaido, Sahkalin, Kuril (PSHK), genetisch ontwikkeld tot de oude inheemse Amerikaanse (ANA) populaties die uiteindelijk de Amerika ‘ s vestigden. Tussen 22-16 ka begonnen deze ANA-mensen te voet en per boot te migreren langs de Zuidelijke Beringische kust en langs de kust van Alaska en Canada naar de Amerika ‘ s ten zuiden van de continentale ijskappen, waarna ze uiteindelijk landinwaarts uitbreidden. We ontwikkelen een reeks testbare hypothesen waarmee de CMT kan worden onderzocht.