Today in History – August 3
Calvin Coolidge legde de presidentiële eed af op 3 augustus 1923, na de onverwachte dood van president Warren Harding. De nieuwe president erfde een regering die geplaagd en in diskrediet gebracht werd door corruptieschandalen. In de twee resterende jaren van deze termijn, Coolidge, lang erkend voor zijn eigen soberheid en gematigdheid, werkte om het imago van de regering te herstellen en het vertrouwen van het publiek te herwinnen. In 1924 won hij de presidentsverkiezingen.
de belangrijkste zaken van het Amerikaanse volk zijn immers zaken.President Calvin Coolidge, toespraak voor de American Society of Newspaper Editors, Washington, D. C., 17 januari 1925. Stichtingen van de Republiek (1926), 187.
Coolidge was van mening dat de overheid zich zo weinig mogelijk met het bedrijfsleven en de industrie moest bemoeien. Zijn administratie ondersteunde belastingverlagingen voor Amerikaanse bedrijven en hoge beschermende tarieven ter ondersteuning van Amerikaanse goederen—die werden geproduceerd in grotere hoeveelheden dan ooit tevoren. Technologische en bestuurlijke innovaties, verbeteringen in de productiemethoden en groeiende distributienetwerken hebben consumentenartikelen meer algemeen beschikbaar gemaakt. Veel Amerikanen kochten auto ‘s en radio’ s, Stofzuigers en wasmachines—profiteren van steeds meer verkrijgbaar consumentenkrediet.
sommige groepen namen niet volledig deel aan de opkomende consumenteneconomie, met name zowel Afro-Amerikaanse en blanke boeren als immigranten. Terwijl een vijfde van de Amerikaanse bevolking op het land leefde, was armoede op het platteland wijdverspreid. Ondanks landbouwoverproductie en opeenvolgende pogingen in het Congres om hulp te bieden, de landbouw economie van de jaren 1920 ervaren een aanhoudende depressie. Grote overschotten gingen gepaard met dalende prijzen op een moment dat de Amerikaanse boeren werden belast met zware schulden. Tussen 1920 en 1932 werd een op de vier boerderijen verkocht om financiële verplichtingen na te komen en veel boeren migreerden naar stedelijke gebieden.Restrictieve immigratiewetten, geholpen door een heropleving van nativisme in Amerika in de jaren 1920, droegen bij tot een sfeer die vijandig was voor immigranten. De Emergency Quota Act van 1921 discrimineerde immigranten uit Zuid-en Oost-Europa. De National Origins Act van 1924 sloot Japanse en andere Aziatische immigranten volledig uit en verminderde verder die toegelaten uit Zuid-en Oost-Europa.
de economische groei van de jaren twintig stimuleerde de opkomst van consumentenorganisaties en campagnes. Sommige, zoals de Truth-in-Advertising beweging, die ethiek en zelfregulering in de reclame nastreefde, waren gebaseerd op de industrie. Andere campagnes en organisaties trachtten consumenten op te voeden. De Better Homes beweging gevierd huiseigendom, onderhoud en verbetering van het huis, en huisdecoratie in steden in het hele land. De Kringloopbeweging wilde kinderen en burgers leren hoe ze verstandig konden sparen en uitgeven. Tot slot waren er campagnes zoals de speeltuin beweging die begon als reactie op de bezorgdheid van de bevolking over materiële overmaat, misbruik van vrije tijd, en het verlies van traditionele waarden.