Cheetah sociaal gedrag

in Kenia zijn” atypische ” cheetah groepen beschreven. Cheetah welpen werden gezien vergezeld door twee of meer volwassen vrouwtjes of door volwassen mannetjes en vrouwtjes. Jaren van documentatie tonen aan dat cheetah vrouwtjes solitair leven behalve voor de tijd dat het opvoeden van welpen en mannetjes leven solitair of in coalities. Moeders brengen meestal 16-18 maanden door met hun nesten; de leeftijd van de onafhankelijkheid van de welp is het tijdsbestek waarin de welpen met succes voor zichzelf jagen. Na de scheiding van de moeder blijven de nestgenoten tot zes maanden bij elkaar om hun jachtvaardigheden te perfectioneren. Wanneer de vrouwtjes de geslachtsrijpheid bereiken op ongeveer de leeftijd van twee jaar verlaten ze hun broers en beginnen hun solitair leven. Mannetjes blijven de rest van hun leven bij elkaar in groepen die “coalities” worden genoemd, die uit maximaal 5 individuen kunnen bestaan. Als er één reu in het nest zat, blijft hij meestal alleen na de scheiding van zijn zus/zussen – maar het is af en toe opgemerkt dat mannetjes uit nesten die dicht bij elkaar zijn opgegroeid ook een coalitie kunnen vormen.

het proces van familiescheiding is onbekend. Wat weerhoudt vrouwen ervan om de rest van hun leven bij elkaar te blijven? Waarnemingen in het wild kunnen helpen om het te begrijpen.

gedrag waargenomen in de dierentuin van Moskou (Mz) (Rusland) laat ons zien dat vrouwelijke cheeta ‘ s in gevangenschap een hogere mate van sociale flexibiliteit vertonen dan het traditionele (typische) model van de cheeta sociale organisatie suggereert. Wanneer gehuisvest in paren of groepen van drie, waren ze in staat om allianties te vormen, typisch vergelijkbaar met mannelijke coalities, maar verschillen omvatten: 1) Een mannelijke coalitie is het vaakst gebaseerd op nesten, terwijl een vrouwelijke coalitie kan worden samengesteld uit niet-verwante vrouwtjes; 2) terwijl mannetjes in de coalitie concurreren voor vrouwelijke in estrus, alle vrouwtjes in coalitie komen naar estrus gelijktijdig, en fokken met mannelijke/mannelijke; 3) terwijl mannetjes niet deelnemen aan het raring van jongen, vrouwtjes in coalitie kunnen nesten samen te verhogen en jongen vast te stellen (publicatie in de pers).

vrouwelijke “coalitie” overeenkomsten met de mannelijke coalities:

1) synchronisatie van gedragsactiviteit;

2) de mogelijkheid om nieuwe niet-verwante leden te accepteren;

3) een laag niveau van agressie en een hoog niveau van affiliatieve interacties (sociaal verzorgen, fysiek contact en gezamenlijke rust).

verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke coalities:

1) Een mannelijke coalitie is altijd gebaseerd op nestgenoten, terwijl een vrouwelijke “coalitie” kan bestaan uit niet-verwante vrouwtjes;

2) in tegenstelling tot mannen concurreren vrouwtjes niet om de paringspartner. In plaats daarvan kunnen alle leden van de female coalition paren met één partner. Daarom neemt het reproductieve succes van vrouwen in een “coalitie” toe.

het adopteren van een Welp vond in 1986 tweemaal plaats in de MZ–na de geboorte en op de leeftijd van 5 maanden. In de” coalitie ” van 3 vrouwen, twee van hen beviel een dag na elkaar, en de derde 5 dagen later. Het Laatste vrouwtje voerde de welp niet, ze werd overgebracht naar een andere locatie en vrouwelijk “coalitielid” kreeg de gelegenheid om de pasgeborene op te nemen, die ze begon te voeden met haar welpen. Een week later, de twee vrouwelijke “coalitie” leden werden gecombineerd, samen met hun nesten, en opgevoed alle welpen samen. Om 1 uur.5 maanden, de geadopteerde Welp genaamd Diana werd overgedragen aan de”welp gronden”. Na 3,5 maanden keerde ze terug naar de groep bestaande uit de vrouwelijke “coalitie” (Mary en Nanga) en hun welpen. Van de nieuwe leden werd Diana aangenomen door Mary first, en door de rest van de groep binnen 3 weken.Op 4-jarige leeftijd werd Diana uitgekozen uit de groep vrouwtjes, en na een pauze van 2 jaar, op 6-jarige leeftijd, werd ze opnieuw herenigd met de 14-jarige Mary als koppel, wat duurde tot Mary ‘ s dood op 15-jarige leeftijd. Naast de gebruikelijke vertoning van affiliatief gedrag (het verzorgen van het hoofd en de nek bijvoorbeeld), Diana voortdurend likte de gebieden getroffen door trofische zweren aan de buitenkant van Mary ‘ s dijen, die hebben bijgedragen aan hun genezing. Dit voorbeeld kan erop wijzen, ten eerste, dat een leeftijdsverschil (in dit geval, 8 jaar) niet interfereert met een hoog niveau van affiliatieve interacties tussen vrouwen, en ten tweede, dat vrouwen in staat zijn om vriendschappelijk contact met elkaar te herinneren en te vernieuwen twee jaar later. Tegelijkertijd, in mannelijke coalities, is het bekend dat hun leden elkaar herkennen na een jaar van scheiding, maar er is een leeftijdsgrens voor het integreren van niet-verwante mannen; volgens Caro, een nieuwkomer mag niet ouder zijn dan 20 maanden oud. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de mannelijke cheeta’ s territorialiteit.

Co-fokken van nesten. Onze ervaring heeft aangetoond dat gesynchroniseerde geboorten in een vrouwelijke “coalitie” het mogelijk maakt voor de vrouwtjes om zich te verenigen met hun nesten; dus, de volwassen vrouwtjes verhogen hun nesten samen. De vrouwtjes Mary en Nanga werden samengebracht voor de eerste keer in 1982 met hun 7 maanden oude welpen, en de volwassen cheeta ‘ s toonden vriendelijk gedrag naar elkaar en naar elkaars welpen. De volgende vereniging vond plaats in 1985 toen Mary ‘s welpen waren 9 dagen oud en Mary’ s waren 2 dagen oud en riep dit gedrag in beide vrouwen. Dit zal nader worden beschreven.

voor de geboorte werden de vrouwtjes gescheiden; elk van hen werd in twee aangrenzende kooien geplaatst, voorzien van houten nestkasten (200x100x15 cm) Zonder Dak. De vrouwtjes zijn 7 dagen na elkaar bevallen.; Nanga beviel op 25 April en Maria op 2 mei. Op 2 mei 1985, toen hij het geluid van Maria ‘ s pasgeboren welpen hoorde, werd Nanga bezorgd en probeerde ze te bereiken, maar Maria reageerde niet op het voeden van de welpen. De volgende dag probeerde Nanga het opnieuw, en Mary begon nerveus haar afval rond de kooi te slepen. Toen Mary de woning verliet voor wandelingen, was Nanga in staat om de andere welpen te ontmoeten en begon ze onmiddellijk te likken. Na Maria terug, beide vrouwtjes bezig met Wederzijdse verzorging terwijl luid spinnen, waarna Maria weer begon te slepen een van haar welpen rond. Nanga stond op en duwde Maria zachtjes met haar hoofd, waarna ze de welp neerlegde en ging liggen. Na enige tijd gingen de twee vrouwtjes naar Nanga ‘ s welpen, likte ze samen en logen ze aan hun zijde. Diezelfde avond, na een gezamenlijke wandeling, werden ze gescheiden met hun respectievelijke nest, en Nanga begon te groeien bezorgd en opnieuw probeerde om Mary te krijgen, die ook begon te zorgen, het verlaten van haar welpen. De vrouwtjes werden bij elkaar gebracht en Nanga begon onmiddellijk het nest te voeden en Mary ging naast haar liggen, beide vrouwtjes luid spinnen. ‘S nachts werden de vrouwtjes verdeeld, elk met hun eigen nest achterlatend.Op de ochtend van 4 mei 1985 werden de schuifdeuren tussen de kooien geopend en de twee verwisselde plaatsen—Nanga ging naar Mary ‘s welpen en Mary naar Nanga’ s resterende voedsel. Na een gezamenlijke wandeling, Nanga gevoed Mary ‘s welpen en beide vrouwtjes gingen naar Nanga’ s Nest. Net toen Nanga lag om de welpen te voeden, begon Mary een aantal van hen rond de kooi te slepen. Nanga liet de welpen achter, waardoor Mary ze kon voeden, en lag op de naastgelegen nestkast, spinnend. Na de tweede wandeling likte het vrouwtje elkaars welpen, zat er een tijdje bij, en wisselde van plaats en begon toen hun eigen welpen te voeden. Na de avondwandeling begon Maria onmiddellijk te eten (de vrouwtjes werden in aparte kooien gevoerd), en Nanga begon onmiddellijk om haar te huilen en weigerde te eten. Toch werd besloten om de vrouwtjes gescheiden te houden voor de nacht.

op 5 mei 1985 brachten de vrouwtjes afwisselend tijd door met beide nesten, waarbij ze van het ene naar het andere Nest verhuisden, en op 7 mei 1985 brachten ze de welpen naar één kooi en voerden ze ze samen in één nestkast. Terwijl de vrouwtjes aan het wandelen waren, verplaatste het personeel de grootste nestkast (210x120x0, 20cm) naar een van Nanga ‘ s Kooien en verplaatste alle welpen daar, maar de welpen verhuisden onmiddellijk terug. Ze werden weer terug gedragen door de bewaarders en de vrouwtjes werden weer binnengelaten vanuit de buitenomheining. Toen de moeders met de welpen gingen liggen, werden ze rustiger. De vrouwtjes voedden om de beurt de jongen; ze kropen van de ene moeder naar de andere en sliepen in een algemene groep. Een poging om de vrouwtjes te verdelen veroorzaakte angst in hen en het werd niet opnieuw geprobeerd.Op 12 mei 1985 ontstond een duidelijk verschil met betrekking tot de relatie tussen de vrouwtjes en de jongen: Mary bracht meer tijd door op wandelingen of lag in de buurt, terwijl Nanga alle welpen voedde of verzorgde. Ze zou gaan wandelen, ervoor te zorgen dat de welpen sliepen en er waren geen buitenstaanders in hun woning. Soms logen beide vrouwtjes op een nestkast tegenover elkaar en voedden ze zich tegelijkertijd, maar er werden steeds meer welpen waargenomen rond Nanga.

op 23 mei 1985 gehoorzaamde de welpen de twee vrouwtjes, beantwoordend aan hun roep. ; echter, niet alle welpen gehoorzaamde Mary ‘s uitnodigende oproepen om de welpen naar buiten te brengen—de 2 weken oude welpen bewogen niet zo vol vertrouwen als die van Nanga. sinds de laatste tien dagen van mei voedde Nanga vaker, maar op 10 juni 1985 gingen de welpen, nadat ze Mary’ s Tepels hadden geprobeerd, naar Nanga en gingen pas vanaf dat moment naar haar toe. Vanaf 1 juni 1985 aten de welpen vlees op het bot en liepen met de vrouwtjes in open leefruimten.

twee volwassen vrouwtjes Mary en Nanga in Moscow Zoo (Rusland) met hun twee nesten in 1985 (links) en met hun welpen (achtergrond) en geadopteerd welpje (voorgrond) in 1986 (rechts).

welke milieuomstandigheden ondersteunen de groep die leeft bij cheetah-vrouwtjes? In gevangenschap krijgen dieren regelmatig voedsel; ze krijgen onderdak en worden beschermd tegen natuurlijke vijanden. Gevangen cheetah vrouwtjes vertonen hogere niveaus van socialiteit dan in het wild waar vijanden (leeuwen, hyena ‘s en luipaarden) nog steeds hun prooi, doden welpen en zelfs volwassen cheeta’ s. Predator conflict is een primaire beperkende factor voor cheeta levensverwachting – in het wild ze zeldzaam bereiken de leeftijd van 11, terwijl in gevangenschap kan leven tot 17-19 jaar.

in de literatuur is er informatie over groepen vrouwen die zich verzamelen in verschillende delen van Afrika. In Namibië bij voorbeeld werd 16% van de 102 volwassen vrouwen in groepen van twee of meer ontmoet en werd 28% van de nesten vergezeld door meer dan één volwassen cheetah (McVittie, 1979); in Kenia werd 21% van de nesten vergezeld door twee en 16% door drie of meer volwassen individuen (Graham, 1966).; en in Tanzania (Serengeti) bestond de grootste groep uit 9 individuen: 2 vrouwtjes en hun welpen (Frame, 1980).Bovendien wijzen waarnemingen in Botswana (vandermey, 2005) op de mogelijkheid van voortplanting bij vrouwtjes die samen leven. In één gebied werden vier vrouwtjes waargenomen: één met jongen van ongeveer 6 maanden oud en een groep van drie 4-5 jaar oude vrouwtjes. Echografie onderzoek bleek dat twee van hen waren in verschillende stadia van de zwangerschap (Vandermey, 2005) en de genetische resultaten bevestigd dat ze allemaal verwant en meest waarschijnlijk zussen (Boast L. persoonlijke communicatie). Het is mogelijk dat ze allemaal eerder lid waren van één groep, die ze verlieten toen ze de geboorte naderden. Dit fenomeen kan het feit weerspiegelen dat, ten eerste, gunstige omstandigheden werden gecreëerd in Botswana om volledig te voldoen aan cheetah vrouwelijke behoeften met betrekking tot sociale contacten, en, ten tweede, het feit van de voortplanting in het samenleven van vrouwen.Er zijn leeuwen, hyena ‘ s en luipaarden in de Delen van Kenia waar “atypische” cheetahgroepen zijn waargenomen. Groepsleven kan één van de overlevingsstrategieën van de cheeta ‘ s zijn. Gedragsobservatie van het familiescheidingsproces kan helpen om deze vraag te beantwoorden.