Cognitieve ethologie
cognitieve ethologie is een tak van ethologie die zich bezighoudt met de invloed van bewust bewustzijn en intentie op het gedrag van een dier. Donald Griffin, hoogleraar zoölogie in de Verenigde Staten, heeft de basis gelegd voor onderzoek naar het cognitieve bewustzijn van dieren in hun leefomgeving.The fusion of cognitive science and classical ethology into cognitive ethology “accents observing animals under more-or-less natural conditions, with the objective of understanding the evolution ,adaptation (function), causation, and development of the species-specific behavioral repertoire” (Niko Tinbergen 1963).Volgens Jamieson & Bekoff (1993), “Tinbergen’ s four questions about the evolution, adaptation, causation and development of behavior can be applied to the cognitive and mental abilities of animals.”Allen & Bekoff (1997, hoofdstuk 5) poging om te laten zien hoe cognitieve ethologie de centrale vragen van de cognitieve wetenschap kan aannemen, uitgaande van de vier vragen beschreven door Barbara Von Eckardt in haar 1993 boek What Is Cognitive Science? het generaliseren van de vier vragen en het toevoegen van een vijfde. Kingstone, Smilek & Eastwood (2008) stelde voor dat cognitieve ethologie menselijk gedrag moet omvatten. Ze stelden voor dat onderzoekers eerst zouden moeten bestuderen hoe mensen zich gedragen in hun natuurlijke, echte wereld omgevingen en dan naar het lab verhuizen. Antropocentrische beweringen over de manier waarop niet-menselijke dieren interageren in hun sociale en niet-sociale wereld worden vaak gebruikt om beslissingen te beïnvloeden over hoe niet-menselijke dieren door mensen kunnen of moeten worden gebruikt.