the Child Development Inventory: A developmental outcome measurement for follow-up of the high-risk infant☆,☆☆
doel: onderzoek naar de validiteit van de Child Development Inventory (CDI) vergeleken met andere veelgebruikte metingen van ontwikkelingsresultaten bij kinderen met een hoog risico. Studieopzet: eerstelijnszorgverleners van 63 peuters en kleuters die waren ingeschreven bij een routine neonatale follow-upkliniek met hoog risico voltooiden een CDI waarin hun kinderen werden beschreven. Alleen die met succes voltooide CDI ‘ s werden in de analyse opgenomen (n = 43). Het CDI General Development Developmental quotiënt werd vergeleken met de Clinical Adaptive Test/Clinical Linguistic and Auditory Milestone Scale (CAT/CLAMS) en de Bayley Scales of Infant Development, 2nd Edition (BSID-II). Resultaten: Er werden significante correlaties gevonden tussen het CDI, de kat / mosselen (r=.87, P < .001), en de BSID-II (r = .86, P < .001). Er waren geen significante correlaties tussen het CIO en de opvoeding en het inkomen van de ouders. De bevindingen toonden een hoge gevoeligheid (80% tot 100%) en specificiteit (94% tot 96%) voor het CDI aan. Conclusie: het CIO blijkt een nuttige en kosteneffectieve screeningsmaatregel te zijn voor het bepalen van de ontwikkelingsresultaten bij kinderen met een hoog risico. (J Pediatr 1999; 135: 358-62)